RaZ/bekwaamheidsproef/praktijk

Algemeen

De bekwaamheidsproef bestaat uit drie modules:

  • Module I (zwemgedeelte)
  • Module II (bijscholingsgedeelte)
  • Module III (reanimatie en EHBO)

Module I : Zwemgedeelte

De zwemproef bestaat uit verschillende proefonderdelen, die aansluitend en zonder rustpauze tussen de onderdelen dienen te worden afgelegd (continue proef). Totale afstand is 390 m . De eerste 50m dient te worden afgelegd in minder dan of gelijk aan 55 seconden (zie proefonderdeel 1). De totaaltijd van alle proeven moet kleiner zijn dan of gelijk zijn aan 8 minuten en 45 seconden.

De proeven dient men af te leggen in het zwembad in zwembroek/badpak. 

Proefonderdeel 1 : Simulatie van het redden van een drenkeling “boven water”(100m)

Startpositie is op de startblok. Op het startsignaal springen de kandidaten aan de hand van een reddersprong in het water. Vervolgens zwemmen de kandidaten snel naar de overzijde van het bad en tikken de muur aan in minder dan of gelijk aan 55 seconden. Zij zwemmen in ruglingse houding, met beide polsen duidelijk uit het water, terug tot aan het 10 meterpunt (90m). Ter hoogte van het 10 meterpunt draaien de kandidaten zich rond hun lengteas en zwemmen verder tot aan de muur. Via een open keerpunt of tuimelkeerpunt gaan ze verder met proefonderdeel 2 (zonder rustpauze).

Proefonderdeel 2 : 200 m vrije stijl (borstcrawl*, schoolslag)

In proefonderdeel 2 dienen de kandidaten 200m te zwemmen in vrije stijl (borstcrawl* of schoolslag). De keerpunten (na 50, 100 en 150m) dienen te gebeuren via een open keerpunt of door het uitvoeren van een tuimelkeerpunt. Bij aankomst na 200m dient de kandidaat via een open keerpunt of tuimelkeerpunt over te gaan naar proefonderdeel 3 (zonder rustpauze).

Proefonderdeel 3 : Simulatie van het redden van een drenkeling “onder water” (=popproef) (90m)

De kandidaat zwemt naar de overzijde van het bad, waar op een diepte van 2 à 2,5m een reddingspop op de bodem ligt. De pop heeft een lichaamsgewicht van een gemiddelde drenkeling. Met een eendenduik haalt de kandidaat in één beweging de pop naar boven (meerdere pogingen worden niet toegestaan). De pop wordt vervolgens in kopgreep, met het hoofd van de pop boven water, over een afstand van 40m vervoerd. De tijd wordt gestopt wanneer het hoofd van de pop het 10 meterpunt overschrijdt. Kandidaat vervoert de pop verder tot aan de muur, met het hoofd van de pop boven water, en legt de reddingspop op de bodem van het zwembad met het hoofd weg van de muur en met het gezicht naar boven.


Voor ieder proefonderdeel kiest de kandidaat voor een bepaalde zwemstijl (schoolslag of borstcrawl*). Tijdens een proefonderdeel mag er niet van zwemstijl worden gewisseld. borstcrawl*: indien deze zwemstijl wordt gekozen voor een proefonderdeel dient de kandidaat na maximaal 5 armbewegingen, minstens 1 maal de ogen en gezicht duidelijk en voldoende lang voorwaarts te richten (minstens 2 seconden).

Puntentelling :

tijd
punten
< 6’16”
100
van 6’16” tot en met 6’30”
95
van 6’31” tot en met 6’45”
90
van 6’46” tot en met 7’00”
85
van 7’01” tot en met 7’15”
80
van 7’16” tot en met 7’30”
75
van 7’31” tot en met 7’45”
70
van 7’46” tot en met 8’00”
65
van 8’01” tot en met 8’15”
60
van 8’16” tot en met 8’30”
55
van 8’31” tot en met 8’45”
50

Opmerking :

  • Het niet uitvoeren van de proeven volgens de vooropgestelde modaliteiten kunnen aanleiding tot straftijden en/of sancties. De richtlijnen m.b.t. het toekennen van straftijden en/of sancties  kunnen op onze website worden geraadpleegd.
  • Ons huishoudelijk reglement voorziet voor alle tijdsgebonden proeven een tijdsafwijking van 1,00 seconde.

Richtlijnen m.b.t. het toekennen van straftijden.

Slagen voor module I :

  • Alle proefonderdelen te hebben afgelegd volgens de voorgeschreven modaliteiten (verplichte kledij: zwembroek/badpak);
  • Na bijtelling van eventuele straftijden de eerste 50m te hebben gezwommen in minder dan of gelijk aan 55 seconden;
  • Slagen voor wijze van vervoer :
    • De pop te hebben vervoerd in kopgreep;
    • Het hoofd van de pop steeds boven water te hebben vervoerd (tot afgifte aan de kade);
    • Eénmaal de pop vast mag de pop niet meer worden losgelaten;
  • Na bijtelling van eventuele straftijden een eindtijd halen van minder dan of gelijk aan 8 minuten en 45 seconden.

Cursisten die niet slagen voor één of meer modules worden toegelaten tot het herexamen. Het herexamen bestaat uit het afleggen van alle modules waarvoor men niet was geslaagd.

Module II : Bijscholingsgedeelte 

Deze module betreft een verplicht bijscholingsgedeelte. Thema 2023 : noodplanning voor strandreddingsdiensten.

Module III : Reanimatie en EHBO

Om voor deze module te slagen dient een kandidaat minstens 60% te behalen voor het geheel van module III ( waarbij een minimumscore voor Deel 1 reanimatie: 80/130 en een minimumscore voor Deel 2 EHBO : 10/20). Bij niet slagen voor het examen dient op het voorziene herexamen de volledige module te worden afgelegd.